1.Patiënt (een kind), moeder en dokter.
Hannelore en Clara: Goede middag dokter. We hebben een aantal mededelingen.
Kaat: Mijn dochter voelt haar niet goed. Zij ziet vaak bleek en ze moet vaak drinken en plassen.
Dokter Lisa: Dat doet me wel denken aan suikerziekte. Ik ga je suiker in je bloed meten met een apparaat. Niet bang zijn, ik ga een klein prikje geven in je vinger.Ik doe dat druppeltje op een strip en dan steek ik dat in een apparaat.Welk getal zie je?
Nina: 240. Wat wil dat zeggen?
Dokter: Je hebt 240 mg suiker in je bloed.
Nina:Is dat normaal?
Dokter: Nee, het moet tussen 60 en 140 zijn. Je hebt teveel suiker in je bloed.Je hebt suikerziekte.
Kaat:Wat wil suikerziekte zeggen?
Dokter:Mijn assistenten gaan dat eens uitleggen. Assistenten!
2.De assistenten.
Assistent 1 Lars: We eten suikers of koolhydraten.Door onze spijsvertering worden suikers afgebroken tot kleine deeltjes en die worden opgenomen in ons bloed.
Assistent 2 Florian:
Om die suiker in de cellen van onze organen te brengen hebben we insuline nodig.De alvleesklier maakt insuline.Insuline is eigenlijk een soort sleutel die de deur opent om suiker binnen te laten.
Assistent 3 Rinus:
Er zijn 2 vormen van suikerziekte.
type 1 type 2
-geen insuline -te weinig insuline
-jonge leeftijd -oudere leeftijd
(meestal ouder dan 40 jaar)
Assistent 4 Arne:Iemand die suikerziekte heeft, kan opeens te veel suiker in zijn bloed hebben.
Dan heb je een hyper. Dan moet je vaak drinken en plassen.
Assistent 5 Tuur:Iemand die suikerziekte heeft, kan opeens te weinig suiker in zijn bloed hebben.Dan heb je een hypo. Dan zie je bleek en dan heb je honger.
Nina: Heb ik dan type 1?
Dokter: Ja
Kaat: Wat moeten we dan doen?
Dokter: Assistenten!
Assistent 6 Wout:
Als je type 1 hebt, dan moet je spuitjes geven met insuline.De beste plekjes zijn …. (tonen)
Er bestaat nu ook een apparaatje dat vanzelf insuline geeft.
Assistent 7 Thomas:Je moet goed nadenken wat je eet en vooral gezond eten.Veel groenten en fruit is belangrijk. Ook als je geen suikerziekte hebt natuurlijk.Je moet ook minstens 1liter water per dag drinken.
Assistent 8 Zoë:En voldoende sporten!
Dokter: Ik geef je nog wat informatie mee. Tot de volgende afspraak.
Moeder: Bedankt.
Kind: Daag
3.Taken.
De dokter gaat naar de verpleegsters.
Dokter: Hebben jullie je taken goed gedaan?
Verpleegsters: Ja hoor en we gaan eens kijken of de speelplaneters dat ook gedaan hebben.
4.In de operatiekamer.
Chirurg: Mag ik beginnen met de insnijding?
Lars: Ja doe maar, de patiënt is verdoofd.
Chirurg: Daar gaan we. Ik maak een insnijding. Ik heb nu een klem nodig! KLEM!
Lars: Oei, de studentchirurg is er niet.
Chirurg: Hoe komt dat? Waar is hij naar toe?
Lars: Hij is jarig en hij is gaan feesten op De Speelplaneet!
Chirurg: Wat moeten we nu doen?
patiënt Rinus: Meedoen! We gaan ook feesten!
assistent 8 Zoë: Ja ik doe ook mee want feesten is gezond. Wie zijn de jarigen?Kom naar hier.
Lied
De operatie gaat verder.
Chirurg: ik maak een nieuwe insnijding. Klem
Florian geeft een klem.
Lars: oei wat zit er in zijn buik?
Chirurg: Het zijn ontdekdesterren.
Alle juffen behalve Nele komen vooraan en krijgen een spuit.
In 1 spuit zit het briefje om het forum te doen.
donderdag 3 december 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten